|
||||||||
|
De blues kan overal vandaan komen. In het geval van Little G Weevil is het Boedapest, Hongarije. Opgegroeid met de blues, werd hij een muzikant en begon zijn eigen bluesband. Hij begon als drummer en op 17 stapte hij over naar gitaar. Zijn succes hier in Europa leidde in 2004 tot een Amerikaanse emigratie en Little G verblijft dus nu al bijna 18 jaar in de US. Je zou kunnen zeggen dat hij succes vond in Amerika. Dit succes is hem dan ook niet ontgaan, want pas verscheen zijn laatste cd, "Live Acoustic Session", en dit voor het Hunnia Records label. Vooraf bracht Little G Weevil platen uit voor het Vizztone label, en Bob Margolin heeft dan ook jaren terug hiermee een goeie keuze gemaakt, want Little G Weevil, won in 2013 de IBC 'Solo/Duo Competition' in Memphis en won ook als 'Best Solo Guitarist' in zijn categorie op deze IBC. In 2014 werd hij genomineerd voor een BMA voor Acoustic Artist of the Year en een Blues Blast Music Award-nominatie voor akoestisch album van het jaar voor zijn derde album getiteld "Moving" (2013). Little G Weevil is waarschijnlijk uniek onder de moderne blues muzikanten. Hij kwam dus naar Amerika vanwege zijn liefde voor de blues, eerst Alabama dan Memphis, maar momenteel is Atlanta zijn thuisbasis. Het is dan ook een lange weg naar een bloeiende carrière geworden die hij nu met zijn gewonnen awards kan bevestigen. In al die jaren bracht hij zeven internationaal geprezen albums uit, en tijdens zijn reizen om deze albums te promoten deelde hij het podium met legendarische muzikanten. De lijst omvat Johnny Winter, de Neville Brothers, Terry Evans, John Popper, Lee Oskar, Anson Funderburgh en de Rockets met Sam Myers, Denise Lasalle, Otis Taylor, Big Jack Johnson, Lonnie Shields, Lurrie Bell, Willie King, Ian Siegal en veel meer. Maar nu zovele jaren later, tijdens de eerste lockdowns schreef hij een roman gebaseerd op zijn eigen leven, Játssz Tovább, en eens die klaar was nam hij zijn gitaar, ging naar de Super Size Recording studio in Hongarije en, in zijn eigen woorden, "liep een studio in, dronk drie biertjes, en speelde zestien nummers. Het kwam er machtig bluesy uit, 100% live, geen montage". Dat is nog eens een recept voor nieuwe, ouderwetse blues, want Little G Weevil heeft een echte liefde voor de oude bluesmeesters en die oude platen die vroeger werden opgenomen onder primitieve omstandigheden met geen perfecte apparatuur of overdubs. Het is dan ook dat we zijn nieuwe album "Live Acoustic Session" omschrijven als een schitterend akoestisch bluesalbum, dat ruim zestien nummers telt en een speelduur van meer dan een uur heeft. Onder mijn favorieten gaat mijn voorkeur vooral naar de meer traditionele bluessongs waarvan de oorsprong verloren is gegaan, maar die door acolieten nog steeds worden opgezocht en nieuw leven ingeblazen. "Early In The Morning", is er zo eentje, een nummer dat in de loop der jaren veel aangepast is en in andere nummers verwerkt, denk maar aan de Big Mama Thornton opname, waarop ze briljant zingt en een volledige band op sleeptouw neemt. Little G Weevil's versie is langzamer en, met wat prachtig akoestisch werk is het een verdomd goede interpretatie. "Casey Jones" is ook zo een traditioneel verhaal (vaak The Ballad of Casey Jones genoemd) over een locomotiefbestuurder die probeerde te voorkomen dat zijn te hard rijdende trein op een andere trein zou botsen... hij slaagde er bijna in en redde iedereen behalve zichzelf en zo was een legende geboren. De eerste bekende opname kwam in 1910, tien jaar na het ongeluk, door een artiest genaamd Billy Murray en heeft sindsdien vele versies en tekstveranderingen ondergaan. Little G Weevil levert hier ook alweer prima werk met duidelijke picking op de country-achtige akkoorden en met een doorleefde zang van een echte bluesman. Er zijn ook een paar covers, waaronder John Lee Hooker's "Roll And Boogie" en ééntje van de ondergewaardeerde (in zijn begindagen toch) R L Burnside. Zijn versie van "Poor Black Mattie" (een nummer dat gewoonlijk aan Burnside wordt toegeschreven, maar dat evengoed 'traditioneel' had kunnen zijn) is een levendige, zeer goed gespeelde en geïnterpreteerde versie met een verrukkelijke gitaarsectie in het midden en in de ontknoping. Elders houden zijn eigen composities stand tegen de traditionele blues: een man en een gitaar. Andere hoogtepunten zijn onder andere het Lance Armstrong verhaal: "Fastest Man" dat door hemzelf wordt geïntroduceerd en waarin hij dan verder over een lichte, country blues het verhaal vertelt. Op "Apple Picker" en "Back Porch" zet hij de bluestraditie verder al heeft hij in dit eerste nummer veel gevoel voor humor en speelt hij op zijn bluesgitaar alsof die zo van een jaren '20 veranda zou kunnen komen en weeft hij er dan ook nog een aantal mooie loopjes, akkoorden en geplukte frases door. Een waar gebeurd verhaal, blijkbaar, uit zijn tijd in Londen toen een relatie niet standhield is ... "She Used To Call Me Sugar", dit mag zich dan in het recente verleden afspelen, de blues die er doorheen loopt is ouder en, zoals Little G Weevil nu is, wijzer. Dus hier hebben we iemand die de blues begrijpt en hoe ze worden geïnterpreteerd door middel van een akoestische gitaar rond verhalen van pijn, plezier en humor. Op "Live Acoustic Session" vallen ons 16 akoestische tracks te beurt, die genialiteit in samenwerking met ’s mans heerlijk warme stem bevatten en er voor gezorgd hebben dat dit pareltje boeit van begin tot einde. De songs op zich zijn niet verrassend te noemen in de zin dat het echte Little G Weevil songs zijn. Zijn onwaarschijnlijk talent om beeldende teksten te schrijven zijn genoegzaam gekend. Zijn verhalende, haast vertellende manier van zingen idem dito. De arrangementen zijn om van te snoepen, je krijgt een helder en duidelijk gehoor op zijn uitstekende finger pickin’ gitaarspel en er sieren ook een paar verrassende covers dit album. Dit album is dan ook een verplicht album voor iedere akoestische blues liefhebber!
|